Het hart van een kleurechte workflow is het beeldbestand dat wordt uitgewisseld. Daarom is het van doorslaggevend belang dat bijvoorbeeld de fotograaf of grafisch designer die met dit bestand werkt, altijd op een absoluut zuivere weergave van de bestandsinhoud kan vertrouwen. Helaas is dit voor de meeste gebruikers niet het geval. De benodigde precisie kan pas worden bereikt met een goed kalibratieproces en worden behouden met een regelmatige herkalibratie.
Kleurbeheer
Monitorkalibratie
Dankzij hardwarekalibratie precies kunnen zien wat er in het beeldbestand zit
Veel monitoren zijn niet goed ingesteld of niet nauwkeurig, of ze zijn simpelweg niet in staat om de vereiste kleurruimte volledig weer te geven. Ook voegen sommige monitoren weergavefouten toe aan het beeld, die het beeldbestand helemaal niet bevat. Een kalibratie met een correctie is meestal voldoende om fouten in de beeldweergave op te lossen. Maar als de monitor niet goed genoeg is, bijvoorbeeld omdat de kleurruimte te klein is of omdat het display geen homogene weergave heeft, dan kan een kalibratie dit niet verhelpen. Daarom is het ontzettend belangrijk om een geschikte monitor te gebruiken – een grafische monitor, bij EIZO een ColorEdge-monitor. Deze apparaten zijn speciaal gemaakt voor de vereisten van creatieve professionals.
Feit of fabel: een natuurlijke weergave
Tijd om een fabel de wereld uit te helpen: het doel van een monitorkalibratie is niet om zo natuurlijk mogelijke kleuren weer te geven. Het gaat erom dat het beeldbestand zo nauwkeurig mogelijk wordt weergegeven voor de beeldbewerking. Als de foto heel natuurlijk is, dan moet de weergave op de monitor zo natuurlijk mogelijk zijn. Als de foto allerlei bonte kleuren en extreme contrasten bevat, dan moet ook de weergave op de monitor bonte kleuren en extreme contrasten laten zien. En als u een zwart-witfoto bewerkt, dan mag de weergave op uw monitor geen kleurzweem hebben. Dat is overigens niet zo simpel als het klinkt, want ook de grijstinten op uw monitor worden opgebouwd uit de primaire kleuren rood, groen en blauw (RGB).
Het juiste kalibratiedoel
Kalibratie klinkt in eerste instantie als een simpele “status”: een monitor is gekalibreerd, of niet. Maar als u voor het eerst een kalibratie uit gaat voeren, ontdekt u dat u de monitor altijd op bepaalde waarden moet kalibreren, de zogeheten kalibratiedoelen of targets. Dat is nodig omdat we de foto's tijdens het bewerken niet uitmeten met een meetapparaat – de referentie is de visuele indruk van de gebruiker.
Daarom moeten we er bij de kalibratie voor zorgen dat de gebruiker het beeldbestand, dat door de monitor onvervalst wordt weergegeven, ook onvervalst kan waarnemen.
Hoe dat werkt, kunt u zien in de video hiernaast.
De lichtomstandigheden en de werkplek voor de beeldbewerking bepalen het kalibratiedoel
De witpuntwaarde
Als het gaat om druk, is er een standaard voor de lichttemperatuur: D50, dus 5000 Kelvin. Hier wordt echter gestandaardiseerd gewerkt, onder strak gecontroleerde omstandigheden en traditioneel met verlichting die een witpunt van 5000 Kelvin heeft. Daarom wordt er altijd gezegd dat er voor druk een witpunt van 5000 Kelvin nodig is. Maar een drukkerij heeft constante verlichting en gestandaardiseerde werkomstandigheden. Daar heeft de gemiddelde fotograaf met een gemiddelde werkplek niet zoveel aan. Op een werkplek waar daglicht naar binnen valt, is de kleurtemperatuur van het omgevingslicht eerder 6000 of 6500 Kelvin, in plaats van 5000. En afhankelijk van het weer of het tijdstip, of welke lamp er brandt, verandert dit ook nog eens door de dag heen. De ervaring leert dat de meeste mensen een foto met een witpunt van 5000 Kelvin waarnemen als gelig. En dus zouden ze zo'n foto dan in de bewerking te koud maken, doordat ze overcompenseren met blauw. Daarom bevelen we aan om als uitgangswaarde voor de kalibratie een witpuntwaarde van 6000 Kelvin in te stellen.
De helderheid
De volgende variabele is de helderheid. De referentie voor een monitor is meestal een print die we naast het scherm houden. Daarom is het goed als de monitor dezelfde helderheid heeft als de omgeving. Als de instelling van de monitor te licht is, neigen we ernaar om de foto tijdens het bewerken te donker te maken. En andersom: is de monitor te donker, dan maken we de foto te licht. Onze tip: voor een gemiddelde werkplek met daglicht is het goed om een helderheid tussen de 120 en 140 cd/m2 aan te houden.
Overige instellingen
Voor de overige variabelen van het kalibratiedoel zijn dit onze aanbevelingen: gamma 2,2, kleurruimte native, zwartpunt minimaal.
Samenvatting: aanbevelingen voor de basisinstelling
Als de verlichtingssituatie op uw werkplek sterk wisselt, kan het de moeite waard zijn om hiervoor verschillende kalibratiedoelen aan te maken en deze naar behoefte te activeren. Dit zijn een paar typische doelen:
Zonlicht:
Bewolkte lucht:
Kunstlicht:
Deze instellingen zijn alleen ter oriëntatie: we weten niet wat de precieze lichtomstandigheden op uw werkplek zijn. Bovendien is er nog iets van doorslaggevend belang: de factor mens, oftewel, uzelf. Ieder mens neemt de omgeving net iets anders waar. Daarom hebben standaard kalibratiedoelen hun beperkingen. U heeft niets aan een standaard doel, als de monitorweergave daarmee onder de gegeven omstandigheden in uw werkomgeving niet overeenkomt met uw waarneming van het beeldbestand.
Een foto die er voor u compleet neutraal uitziet, kan voor iemand anders te licht of te donker zijn, of zelfs een kleurzweem hebben. Uiteindelijk bent u degene die uw foto's bewerkt voor uw eigen smaak. Daarom moet de weergave van de monitor voor uw waarneming perfect overeenstemmen met het beeldbestand. Hiervoor bevelen we u aan om uw monitorprofiel nog af te stellen – de justering.